Afvalinzamelaars te maken met veel grotere hoeveelheden én meer waardering

“Op één van de vuilcontainers lag een kindertekening met ‘bedankt dat jullie ook nu ons vuilnis ophalen. Van iemand anders kregen we een zakje paaseitjes en een jongere riep ‘jullie zijn goed bezig!’,” vertelt vuilniswagenchauffeur Gerrit van Houts over de waardering die hij sinds de coronacrisis krijgt. Ook zijn collega bij Cyclus, depothouder Peter Gorissen van het afvalbrengstation in Bergambacht, heeft positieve ervaringen: “Wij merken dat bezoekers er begrip voor hebben dat ze langer moeten wachten.” Aan de hoeveelheden afval merken zowel Gerrit als Peter dat mensen veel thuis zijn en aan het opruimen zijn geslagen. En Gerrit kan zijn wagen lastiger kwijt, omdat de parkeervakken volstaan met auto’s van thuiswerkers.

“Helaas sta ik daardoor vaker in de weg en dan gaan mensen toeteren,” vertelt Gerrit hierover. De beladers, collega’s die het vuilnis achterin de wagen gooien, leggen dan uit waarom ze zo staan. Mocht dat niet afdoende zijn, stapt Gerrit uit om de situatie te sussen. Net als anders zit Gerrit onderweg met twee beladers in zijn cabine: “Door corona zorgen we wel dat we in vaste ploegen werken. We dragen altijd al handschoenen, maar mochten we nu per ongeluk een container van iemand aanpakken, hebben we water en zeep om extra onze handen te wassen. Afstand houden is ook in ons werk soms lastig, omdat wij makkelijk te benaderen zijn. We merken zeker nu dat veel ouderen dat doen, voor een praatje.”

Dat mensen niet altijd de anderhalve meter aanhouden, merkt ook Peter op het afvalbrengstation: “Mensen vragen constant waar ze wat moeten weggooien. Dan komen ze dichtbij. Ik zie zo 200 mensen op een dag.” Dat is zeker het geval nu mensen door de coronacrisis thuiszitten: “Sowieso is het de tijd dat iedereen in de tuin bezig gaat,” zegt Peter hierover, “maar mensen zijn nu ook binnen aan het opruimen en pakken dat heel rigoureus aan. En ze geven gehoor aan de oproep om alleen met een volle vracht te komen. Doordat er nu vijf auto’s tegelijk de werf op mogen in plaats van tien, moeten anderen daardoor langer wachten.” Ook Gerrit ziet een toename van de hoeveelheid vuilnis die mensen aanbieden: “We rijden vaste routes waar normaal zo’n 800 containers worden aangeboden. Dat zijn er nu soms wel 1200! Het is echt aanpoten voor de beladers en we maken langere dagen. Als het echt niet haalbaar is, bel ik een extra wagen.”

Om mensen tijdens het lange wachten goed te informeren, heeft Peter in de aanrijroute naar zijn afvalbrengstation borden geplaatst met ‘nog één uur wachttijd vanaf hier’, ‘nog een half uur wachttijd vanaf hier’. “Het valt me op dat mensen gewoon aansluiten en bijzonder rustig blijven,” zegt Peter hierover. “Het lijkt op dit moment wel een uitje voor mensen! Het zonnetje en de juiste informatie helpen daar ook bij. En dat je mensen proactief en vriendelijk benadert. Agressie wordt ook bepaald door wie je te woord staat,” besluit Peter met een lach.

Interview en tekst: Lisa Koolhoven