Docent middelbaar onderwijs meest bezorgd om wegvallen terloops contact

“’Hoe gaat het met sporten? En met de cavia?’, gesprekjes die nergens over lijken te gaan, vallen nu weg. Terwijl leerlingen daardoor merken dat ik oog voor ze heb,” vertelt Hans Bezemer, docent natuurkunde, scheikunde en techniek, en vertrouwenspersoon, op CSG De Lage Waard in Papendrecht. Door de corona-crisis is Hans genoodzaakt onderwijs op afstand te verzorgen. Vanuit huis, met zijn telefoon als camera voor verklarende tekeningen en formules, en een laptop om zichzelf in beeld te brengen. “Leerlingen willen je zien, dat is nodig voor de persoonlijke band. Die weer cruciaal is voor goed onderwijs.”

“De praktische slag is niet eens zo heel groot”, vervolgt Hans. Zijn collega’s en hij zijn gewend te werken met online planners, lesvoorbereidingen en videoinstructies. Wel zijn de klassen herverdeeld waardoor Hans tijdelijk verantwoordelijk is voor heel HAVO 3 en 4. Voor elke klas is hij anderhalf uur per week online. “Uitleg bereiden we voor in online presentaties en leerlingen kunnen via de chat aangeven als ze een opdracht moeilijk vonden. Dan weet ik dat ik daar extra aandacht aan moet besteden. Ik start een online sessie steeds met terugkijken op de opdrachten. Leerlingen die dit niet nodig hebben, zijn wel online maar werken voor zichzelf.”

Zo hoopt Hans ook tijdens deze corona-crisis in verschillende lesbehoeftes te voorzien: van leerlingen die gelijk zelf aan de slag kunnen en leerlingen die hij als docent bij de hand neemt. Het grootste gemis ziet hij in het onderwijs nu ergens anders: “Voor het wegvallen van het echte contact heb ik nog geen oplossing. Met alle onzekerheden die bij hun leeftijd horen, is het nodig dat je leerlingen regelmatig treft.” Als docent en vertrouwenspersoon moet Hans het normaalgesproken hebben van terloopse contactmomenten op de gang. Dat geeft leerlingen het vertrouwen dat ze met hun vragen bij hem kunnen komen. “Daar gaat soms een hele tijd overheen en die hebben we nu niet,” uit Hans zijn zorg.

Dat kinderen gezien willen worden is een tijdloos gegeven. Maar ook voor wat betreft lesmethodes heeft Hans ervaren: “Leerlingen willen niet alleen maar het allernieuwste.” Eerder experimenteerde hij eens met ‘Flipping the classroom’, waarbij kinderen de lessen thuis online volgen en ze op school hun huiswerk maken. “Tijdens mijn evaluatie gaven ze aan liever niet alle stof online tot zich te nemen. Lezen uit een boek vinden ze prettiger. En iemand met verstand van zaken die live voor de klas uitlegt. En ‘die normaal tegen je doet’,” citeert Hans lachend zijn leerlingen. “Iemand met wie je echt contact hebt,” zo vertaalt hij dit laatste, een van de uitdagingen van deze corona-crisis.

Interview en tekst: Lisa Koolhoven