Supermarktmanager over ‘het hamster-effect’ en zijn trots voor personeel en stad

“Vanmorgen stond ik nog dranghekken te plaatsen,” vertelt Johan Roodenrijs, bedrijfsleider van Albert Heijn op de Apeldoornselaan in Den Haag. “Voorheen was ik supermarktmanager. Door corona ben ik crisismanager geworden.” Naast het volgen van de RIVM-richtlijnen voor zijn winkel, zorgt Johan dat ál zijn klanten de regels rond corona kunnen kennen, door ze in tien talen op de deur te hangen. Het brood dat over is gaat naar mensen die tijdelijk niet meer bij de voedselbank terechtkunnen. En met de opbrengsten van de emballage draagt Johans AH bij aan de 100.000 maaltijden die participatiekeuken.nl in deze crisistijd voor ouderen verzorgt.

Johan mag op dit moment vijftig klanten tegelijk in zijn winkel hebben. Twintig keer per dag reinigt zijn personeel de winkelwagentjes. Er zijn plexiglas schermen voor de caissières en de vulploeg draagt oranje hesjes met daarop het verzoek om afstand te houden. “We hebben hier een grote diversiteit aan klanten. Sommigen tikken je toch nog gewoon aan als ze iets willen vragen. Of roepen juist ‘Opzouten!’ als andere klanten te dichtbij komen.” Over het hamsteren zegt hij: “Na de nationale oproep om daarmee te stoppen, doen mensen weer normaler boodschappen en kan de ‘supply chain’ het weer aan. Ons bestelsysteem werkt automatisch, met algoritmes. Hoe meer wc-papier eruit gaat, hoe meer er wordt besteld. Er is geen tekort aan, maar er kunnen niet ineens 20.000 vrachtwagens extra gaan rijden.”

De 130 medewerkers die Johan in dienst heeft, zijn bijna allemaal gewoon aan het werk: “Het ziekteverzuim is hetzelfde als normaal. Sommige mensen willen niet komen in deze tijd, maar die hebben daarvoor een goede reden. Iemand heeft bijvoorbeeld een zieke vader thuis die net getransplanteerd is. Die medewerker heeft vrij genomen.” Het ‘ouderenuurtje’, waar zoveel over te doen was in de media, loopt goed in Johans AH: “Tussen 7.00 en 8.00 uur heb ik zo’n 30 à 50 ouderen in de winkel. Al drie keer hadden we een doos Merci in de kantine, als bedankje van deze klanten!”

“Ik heb de tofste baan van Nederland,” vervolgt Johan. “We hebben een zeer goede sfeer in de winkel. Het personeel stáát er, trots om te mogen werken in onze vitale voedselsector. Ze zijn super bereidwillig.” Johan prijst zijn mensen en zijn stad Den Haag, waarin hij voelt dat iedereen voor elkaar klaarstaat in deze moeilijke tijd. “Rete-trots,” vat hij zijn gevoel in goed Haags samen.

Interview en tekst: Lisa Koolhoven