Leerkracht ziet kansen voor basisonderwijs om permanent efficiënter en flexibeler te werken

“Als de crisis voorbij is, zal Den Haag zeggen ‘dat afstandsonderwijs ging toch best?’,” voorspelt Milan Obdeijn, invalleerkracht in het basisonderwijs via zijn bureau leraardirect.nl. “Het onderwijs was goed op weg met alle stakingen. Door de corona-crisis zal er terecht meer aandacht naar de zorg gaan.” Vier dagen per week stond Milan voor de klas, op drie verschillende basisscholen, toen op 16 maart de deuren dichtgingen. “Deze crisis biedt ook kansen voor het basisonderwijs om permanent efficiënter en flexibeler te gaan werken.”

Als invalleerkracht heeft Milan geen ‘eigen’ klas. Dat is de reden dat hij zich op dit moment vooral als vader bezighoudt met het thuis onderwijzen van zijn kinderen. Wel onderhoudt hij contact met leerlingen van wie hij vermoedt dat zij het extra lastig hebben in deze tijd: “Iemand aan wie ik al langer lesgeef, heb ik bijvoorbeeld aangeboden om af en toe te videobellen. Dit kind heeft sociaal en met leren wat problemen en zo kan ik toch enige structuur bieden.” Het meest bezorgd is Milan om de kinderen die thuis geen ouders hebben die hen kunnen helpen met school. Ouders die laagopgeleid zijn, de taal niet spreken of die zelf teveel aan hun hoofd hebben. “De spanning die dat oplevert als je heel de dag op elkaars lip zit, is niet goed voor kinderen.”

Bij zijn collega-leerkrachten ziet Milan verschillende manieren om onderwijs op afstand te verzorgen: “Mijn dochters hebben voor drie weken schoolwerk mee naar huis gekregen. Zelf zou ik het werk per dag opgeven met een duidelijk programma om te volgen. Dit zie ik sommige collega’s ook doen.” Er is ook verschil in hoe vaak en de manier waarop leerkrachten één op één contact met de leerlingen hebben: “Er zijn collega’s die zorgen dat ze ieder kind minimaal één keer per week spreken. Zelf zou ik ervoor kiezen dagelijks bijvoorbeeld tussen 12.00 en 13.00 uur telefonisch, per mail of videochat bereikbaar te zijn.”

Milan ziet door de corona-crisis veel “rompslomp” in de vorm van administratie en vergaderingen, tijdelijk wegvallen. En die rompslomp was nou precies waarom hij van een vaste baan in het onderwijs overstapte naar het freelancen als invalleerkracht. “Leuk en bevrijdend,” noemt hij dat, maar “wel pittig elke keer een nieuwe school en nieuwe kinderen.” Milan hoopt dat het onderwijs zich – met de corona-crisis als aanjager – van binnenuit vernieuwt. Dat alleen bijkomende werkzaamheden die echt noodzakelijk zijn overblijven en dat er een duidelijk moment komt waarop je deze als leerkracht goed kunt doen. Én meer autonomie en minder verantwoordingsplicht voor juffen en meesters: “Je weet wat er speelt, want je staat heel de dag met die kinderen.” Laten we hopen dat die situatie zich snel weer herstelt.

Interview en tekst: Lisa Koolhoven