Chefkok uit Damascus, deel II

7 juni 2016

We zoeken hem op in Aalten, de vijfde plek waar hij verblijft, sinds hij in augustus samen met zijn zoon in Nederland aankwam. Zijn vrouw en drie andere kinderen heeft hij inmiddels al een jaar niet gezien. Enthousiast komt hij aangerend als we hem opwachten bij de receptie van het AZC. Hij stelt ons direct voor aan een oudere man, die voor de deur op een stoel zit. Het blijkt zijn leermeester te zijn, de man die hem in Damascus het koken bijbracht. Niet wetend van elkaar waar op de wereld ze waren, troffen ze elkaar hier, in Aalten. De oudere man heeft een stok en een schoen met verhoogde zool: door een explosie heeft hij een deel van zijn onderbeen verloren.

Zijn zoon ontmoeten we in het kamertje dat ze samen delen. Er is een stapelbed, een kleine tafel, twee stoelen, een kledingkast, een wasbak en een koelkast. De jongen spreekt inmiddels goed Nederlands. Samen zitten ze op het onderste bed, wij mogen op de stoelen. Hij slaat zijn arm om z’n zoon en zegt dat hij zo blij is dat ze samen hier zijn: “In Syrië leerde hij van mij. Hier leer ik van hem de Nederlandse taal.” Dat hij het koken nog niet verleerd is, maken we mee als hij ons op een lunch van zelfgemaakte kaas, kruidenmengsels en Syrische pizzaatjes trakteert. Het deeg heeft hij al voorbereid, het ligt in gelijke bolletjes in rechte rijtjes op het aanrecht. Je ziet dat hij in z’n element is. Bij gebrek aan een oven bakt en vult hij de pizza’s vakkundig in een pan. Waar wij eerst denken dat het veel te veel is, gaat het allemaal op, zo lekker is het.

Terug op de kamer vertellen ze over een bombardement op Damascus, waarbij ook hun huis en buurt getroffen werden. Hoe ze op dat moment op verschillende plekken verbleven en ook elders gingen schuilen. Hoe ze elkaar kwijtraakten en maanden later weer terugvonden. Hoe vader en zoon het land ontvluchtten in de hoop ergens anders een veilig bestaan voor het hele gezin voor te kunnen bereiden. Inmiddels staan ze op de wachtlijst voor een huis in de Randstad. Daar mogen ze in op het moment dat zeker is dat de rest van het gezin ook naar Nederland kan komen. Het wachten is nu op de brief die hierover duidelijkheid moet geven.

Hartverwarmend hoe hij en zijn zoon zich ondanks deze omstandigheden blijven openstellen voor anderen en delen wat ze op dit moment wél hebben. Wij blijven hopen op een spoedige hereniging van het gezin. En dat hij weer de kost kan gaan verdienen met zijn kookkunsten, kan zorgen voor zijn vrouw en alle vier zijn kinderen. Als man, als vader, als chefkok.

auteur: Lisa Koolhoven, Verhalenpodium